-
1 stimmen
stimmen1 kloppen, juist zijn♦voorbeelden:stimmt so! • (dat) is goed zo! 〈 bij fooi〉in sich stimmen • kloppen, sluitend zijnmit seiner Gesundheit stimmt etwas nicht • er is iets niet goed met zijn gezondheiddafür, dagegen, mit Ja, Nein stimmen • voor, tegen stemmendie Krawatte stimmt nicht zum Anzug • de stropdas staat niet bij het kostuumII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 für jemanden stimmen
für jemanden stimmen -
3 hineinwählen
hineinwählen1 (iemand) stemmen, kiezen in -
4 Erstwähler
-
5 Wetter
Wetter1〈m.; Wetters, Wetter〉————————Wetter2〈o.; Wetters, Wetter〉♦voorbeelden:2 alle Wetter! • goeie hemel! -
6 bei jemandem gut Wetter machen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > bei jemandem gut Wetter machen
-
7 jemanden nachdenklich stimmen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden nachdenklich stimmen
См. также в других словарях:
Partij voor de Vrijheid — Partei für die Freiheit Parteivorsitzender Geert Wilders … Deutsch Wikipedia